Technologie op school: Goed of slecht idee?
De technologie blijft zich ontwikkelen, we gebruiken dagelijks schermen, voor ons werk of voor ons vermaak, en er komen steeds meer innovaties die ons leven gemakkelijker moeten maken. Op papier zijn de apparaten die we gebruiken handige hulpmiddelen om de klus te klaren, maar in de praktijk is het de vraag wanneer we ze moeten gaan gebruiken. In welke context? Moeten we technologie al vroeg op school introduceren?
De afgelopen jaren zijn sommige scholen erin geslaagd nieuw materiaal aan te schaffen, zoals interactieve whiteboards, recentere computers, enz. Is dit gunstig voor iedereen of niet? Moeten we ons zorgen maken over het feit dat kinderen de hele dag op grote schermen leren? Laten we eens van dichterbij kijken.
IT op school
In het algemeen komen computers op de lagere school nauwelijks aan bod met korte sessies om ermee vertrouwd te raken, terwijl je op de middelbare school een hele klas hebt om te leren omgaan met Microsoft Word, misschien Excel, enz. Met andere woorden, leerlingen zitten maximaal 2 uur per week onder toezicht, met een kleine pauze tussendoor. Nogal gezond en praktisch, nietwaar?
Maar wat zou er gebeuren als de meeste van hun lessen op een interactief whiteboard werden gegeven?
Technologie in de klas
Volgens talrijke artikelen en onderzoeken over dit onderwerp zijn dit de voordelen van meer technologie in de klas, met interactieve whiteboards, tablets of e-books:
- Een goede opleiding voor de toekomst;
- Geïndividualiseerd leren, waardoor kinderen op hun eigen ritme kunnen leren;
- Aanzienlijke verbetering in creativiteit, communicatie, teamwerk en analytische aanpak;
- Scholen verbeteren hun programma met onbeperkte middelen;
- Studenten zijn meer betrokken bij de les;
- Leerkrachten kunnen beter met hun leerlingen omgaan dankzij geautomatiseerde taken
Nu, laten we eens kijken naar de nadelen:
- Meer schermtijd;
- Het leidt af en maakt het moeilijk voor kinderen om informatie te assimileren;
- Typen in plaats van aantekeningen maken op papier heeft een enorme invloed op hoe leerlingen presteren;
- Minder sociale interacties;
- Open deur voor meer spieken tijdens huiswerk, toetsen of examens;
- Kunnen de meeste scholen zich, budgettair gezien, nieuwe apparaten en software veroorloven?
- Tijdrovend voor leerkrachten, aangezien zij eerst alles moeten leren gebruiken, gegevens moeten coderen en de inhoud moeten aanpassen aan hun leerlingen, technische problemen moeten kunnen oplossen, enz.
- Gebrek aan opleiding voor leerkrachten;
- Niet elk gezin kan de technologische middelen verschaffen die hun kinderen nodig hebben, wat tot ongelijkheid leidt
Tot slot
Over het geheel kunnen kinderen of jonge studenten onder toezicht toegang krijgen tot technologie, zodat ze zich meer op hun gemak voelen en er vertrouwd mee raken. Het kan zeker voor meer plezier zorgen en het leren in iets positievers veranderen.
Toch is het misschien nog te vroeg om technologie volledig in het onderwijs in te voeren: leraren en scholen hebben meer tijd en geld nodig om een solide systeem op te zetten waar iedereen baat bij heeft en dat tegelijkertijd gezond blijft. Bovendien zou verder onderzoek over het onderwerp nuttig zijn om het te realiseren.
Uiteindelijk zou men zich kunnen afvragen of het onderwijs niet eerst in zijn geheel moet worden geactualiseerd alvorens de voorzieningen te moderniseren.
